Na bijna een half jaar de verschillende culturen, gewoonten en prijzen van Azië is het een grote stap om weer over te schakelen naar een Westerse manier van doen en laten. Het begint al met het verkeer en de regelgeving omtrent voertuigen en wegen. Sinds het verlaten van Europa waren we vrij eenvoudig alle grenzen overgekomen en hadden we nergens moeite hoeven doen om onze motoren legaal de weg op te krijgen. Zo niet in Australië. Nadat we de import procedure hadden afgehandeld bij customs, onze Carnets de Passage laten afstempelen en de bikes hadden laten checken op aanwezigheid van vuil en organismen dachten we weer op pad te kunnen. Dit had alles bij elkaar een week in beslag genomen en we waren er ook wel aan toe om weer op te stappen en Australië te gaan verkennen. Maar helaas, zo werden we door onze Australische reisbuddies Daniel en Luke geïnformeerd, de motoren moesten nog door de Australische RDW worden gekeurd op ‘road worthiness’, zeg maar een soort van APK, voordat we de verplichte WA verzekering zouden kunnen afsluiten. Een procedure die weer gepaard zou gaan met het nodige aan papierwerk en bovendien ruim 250 Australische Dollar zou gaan kosten. Met onze Aziatische mentaliteit nog in ons achterhoofd overwogen we uiteraard om dit gewoon maar niet te doen en te gaan rijden, totdat we erachter kwamen dat de boetes voor het rijden met een ongeregistreerd voertuig op konden lopen tot AUD 1800,- per voertuig. Een totaal van een slordige EUR 2400,- zou toch een iets te groot gat in onze begroting slaan en dus nog maar een weekend in Perth blijven totdat we maandag onze bikes konden laten keuren en daarna bij het ‘Department of Transport’ de nodige formulieren te krijgen om legaal op pad te gaan. Gelukkig werd onze eerste week Australië zonder bikes een stuk aangenamer doordat we bij de familie Bombara waren uitgenodigd om in hun huis te blijven en hier lekker mee te draaien of het nooit anders was geweest. Ook werden we door Scott en en zijn vrouw Tanya, een vriend van een biker uit Maleisië, meegenomen het water op in hun boot en met de 4×4 door de zandduinen crossen. Een goeie eerste indruk van de Australische gastvrijheid en behulpzaamheid die later tekenend bleek te zijn voor de Aussie mentaliteit.
- Yess daar zijn ze!
- Marianne en Hugo Bombara
- Tanya en Scott
- Met de jeep het strand op
- Pinnacles
Na 9 dagen waren we dan eindelijk ‘good to go’ en konden we onze bikes weer starten om op pad te gaan. De eerste nacht weer kamperen voelde als een bevrijding en het was heerlijk om na ruim 3 maanden hotels en hostels weer de tent op te zetten en op 1 pitje onze maaltijd klaar te maken. En heerlijk dat de Australische supermarkten goeie steaks hebben die, in vergelijking met de rest van het levensonderhoud, erg betaalbaar zijn. Elke avond steak!! 🙂 Ook gezellig om ergens aan de rand van een meertje te staan en tijdens de afwas te worden vergezeld door een paar kangoeroes die nieuwsgierig polshoogte komen nemen. Dit buitenleven in Australië, dat was makkelijk wennen.
- Mooie kampeerspot
- Steak!
- Surfers Beach, Margaret River
Het plan was om de eerste week op de weg vanuit Perth het zuid westen te gaan verkennen en daarna vanuit Esperance weer met Daniel en Luke op te rijden om de grote oversteek van Western Australia via South Australia naar Adalaide te maken. Zo’n 1400km asfalt langs de zuidkust genaamd de Nullabor en bij Australiërs berucht vanwege de mogelijke hitte, de harde wind en de lange stukken weg zonder enig teken van leven met uitzondering van de roadhouses die elke 200 – 300km langs de weg te vinden zijn.
Maar eerst een weekje lekker rustig samen door het zuidwesten touren met alle goeie wegen, mooie uitzichten, uitgestrekte wijngaarden en goedverzorgde campspots. Heerlijk om weer samen op pad te zijn nadat we 3 weken niet hadden gereden, maar na een dag of 5 kamperen was het erg lekker dat we op het strand van Albany werden aangesproken door een Australisch stel, beide ook bikers, die ons binnen 2 minuten een slaapplaats bij hen thuis aanboden. Wederom de Australische gastvrijheid, in combinatie met de ‘bikers bond’ die erin resulteerde dat we 2 nachten een bed hadden, ’s avonds gezellig mee konden eten en overdag door Ivan een rondleiding door de omgeving kregen. Nice!
De eerste week op pad in Australië was lekker geweest maar wel erg makkelijk en gestructureerd. Tijd voor wat hardcore outback dirt road riding! Voor de Nullabor is een gebied tussen Esperance en Balladonia waar het erg afgelegen is en wordt gekenmerkt door een aantal verlaten antieke boerderijen die door vrijwilligers zijn opgeknapt en voorzien van meubilair waardoor het voor reizigers zoals wij mogelijk is om daar de nacht door te brengen. Erg grappig om aan te komen rijden en op onderzoek uit te gaan hoe het huis eruit ziet, wat erin staat en waar je ’s avonds je potje kan koken en je bedje neerleggen. Spannend ook omdat we net na aankomst erachter kwamen dat we niet helemaal de enigen waren door de aanwezigheid van een bruine slang, een van de meest giftige en tevens dodelijke van Australië, dat was oppassen dus! De 200km dirtroad tot Balladonia bleek in betere staat te zijn dan verwacht en binnen afzienbare tijd hadden we de smaak goed te pakken en wisten we de kuilen en gaten met een snelheid van zo’n 70km/h te ontwijken en bereikten we de snelweg die het begin van de Nullabor betekent. Even bijtanken en weer verder, althans, dat was als Bjorn zijn kentekenplaat niet was verloren, iets wat niet echt handig is als je je met je motor aan de andere kant van de wereld bevindt. Dus snel weer terug de dirt road op om na 1,5 uur en 30km slakkengang de nummerplaat in goeie conditie op de weg te zien liggen. Na ook weer 30km terug te rijden en wederom de benzine bij te vullen kon de oversteek beginnen!
- Connecten voor de trip
- Campspot Cape Le Grand
- koken
- Cape Le Grand national park
- 200 km dirt
- Oude boerderij
- campspot boerderij
- Bight of the bay
En de Nullabor deed zijn reputatie eer aan, die hierdoor ook wel de bijnaam Nulla-boring had. Honderden kilometers asfalt, 140km zonder ook maar 1 lichte buiging, uberhaubt geen bocht van meer dan 30 graden en zo afgelegen dat je soms uren geen ander voertuig tegenkomt. Hierom is het ook dat sommige stukken weg zijn voorzien van gekapte bermen waardoor het mogelijk gebruikt kan worden als landingsbaan voor vliegtuigen in geval van nood. De sporadische bewoning die er te vinden is zijn veredelde benzinestations, soms met camping en/of motel kamers en veel te dure benzine en maaltijden. Al met al een interessante ervaring, leuk om gedaan te hebben en niet nog een keer te doen.
- Nullabor
- landingsbaan
Maar de beloning na de grote oversteek was ernaar, te beginnen in Fowlers Bay waar weer normale supermarkten en tankstations waren zodat de steaks weer op de grill konden, vergezeld van een goed glas rode wijn. Na een mooie avond in Streaky Bay met de boys was het tijd om afscheid te nemen aangezien hun reis van Engeland naar Australië zijn einde begon te naderen en zij het tempo op wilde voeren om snel weer thuis te zijn. Voor ons tijd om het tempo weer iets te verlagen en onze reis in de richting van Flinders Range voort te zetten. Eenmaal daar aangekomen was het voornemen om 2 dagen lekker rustig door het national park te gaan rijden en vooral niet te haasten. Aangezien de zon goed zijn werk deed en het midden op de dag wel zo’n 40 graden was moesten we onszelf een beetje verkoeling gunnen, en waar doe je dat beter dan in een zwembad? Daar werd al snel duidelijk dat ons plan om rustig aan te doen niet door zou gaan toen we Greg en Kerrie ontmoetten. Een stel bikers van begin 60 dat jaarlijks op hun oldtimer BSA door Europa toert en nu met hun zelfgebouwde vliegtuig net in Flinders Range aan was gekomen vanuit Lake Gairdner. Met groot enthousiasme vertelden ze over de Speedweek waar zet net vandaan kwamen, een race evenement waarbij een 100-tal deelnemers probeert in hun zelf gebouwde of aangepaste auto of motor een snelheidsrecord te zetten. En dit niet op het asfalt maar op de opgedroogde zoutvlakte van het meer waar ze 10 mijl de ruimte hebben om van nul naar de top te accelereren om vervolgens weer tot stilstand te komen.
- Fowlers Bay
- Campspot Whyalla
- Speedweek
- Winnaar!
- bij de start
- Terug naar de bewoonde wereld
Ondanks ons goeie voornemen van rust dus toch vroeg weer uit de veren om eerst Flinders Range te bekijken en vervolgens om 2 uur ’s middags de tocht naar Lake Gairdner te beginnen die met 2,5uur asfalt en 3,5uur dirtroad iets verder bleek dan gehoopt. Net voor het donker kwamen we uiteindelijk aan en meteen raakten we in gesprek met verschillende teams die elk hun eigen verhaal hadden over de auto’s, motoren, snelheden en andere mooie dingen die ze graag met ons wilden delen. Een goed begin. De volgende ochtend vroeg uit de veren om de eeste race te zien, maar hiervoor moesten we wederom een uur door het mulle zand rijden, een zware opgave zo op de vroege ochtend maar wat een mooi gezicht om dan eindelijk aan te komen rijden op de zoutvlakte waar tientallen teams bezig zijn hun voertuig te prepareren en vervolgens naar de start te gaan om een nieuwe poging te wagen duizelingwekkende snelheden te behalen. En met succes want het snelheidsrecord werd gezet op ruim 420km/h! Vroeeeeeeem!
Daarna snel weer opgestapt om alle dirtroads weer te trotseren en terug te gaan naar de bewoonde wereld. Iets wat terug een stuk sneller ging en einde van de middag zaten we op een rustige kampeerplek tussen de kangoeroe’s heerlijk een steak te bakken en werden we door een andere reizigers getrakteerd op een vers gevangen krab. Super Yummie! Maar de volgende ochtend bleek dat we de onverharde wegen iets te enthousiast hadden genomen en dat de bike van Bjorn voor het eerst tijdens de reis een lekker band had. Helaas op zondag geen shop te vinden die dit kon maken, dus de 300km etappe naar Adelaide afgelegd met 6 pitstops om de band weer op te pompen bij een willekeurig benzinestation. Rijden met handicap, maar nadat we die week de 40.000KM hadden volgemaakt en dus feitelijk al 1 keer de wereld rond waren gereden wast dat een koud kunstje.
- 40.000!
In Adelaide was het tijd om weer op te laden. 2 nachten in een lekker hostel, ’s avonds lekker aan de pints, de chicken parmigiano en steak pie en overdag door de stad slenteren. Heerlijk voor de verandering. De voorband was de volgende ochtend zo vervangen en het was tijd om de Great Ocean Road te gaan rijden. Een bijzonder stuk natuur langs de kust van Victoria tussen Adelaide en Melbourne, gekenmerkt door de steile rotspartijen en door de wind en water verweerde rotspartijen. Heerlijk bochtige wegen wat op de motor een verademing is, met oneindig veel uitzichtpunten die elk weer een bizar mooi beeld van deze kustlijn geven.
Na 6 weken Australië waren de lange afstanden afgelegd en was Melbourne bereikt, angstvallig dicht bij Sydney wat alweer het einde van Downunder betekent. Maar niet nadat we eerst lekker in Melbourne een paar dagen bij konden komen bij onze Australische vrienden die we in Flinders Range hadden leren kennen. En niet alleen bijkomen, want Greg had zijn vliegtuig niet voor niks gebouwd en vond dat hij ons niet kon laten gaan zonder met ons een vlucht te hebben gemaakt.
- Greg en Bjorn
- Kerrie
- whoop whoop
- Melbourne in zicht!
- De route…
Al met al een super lekkere eerste 6 weken Australie, niet in de laatste plaats door de gastvrije Aussie mentality. No Worries…
9 april 2016 at 07:07
Another fascinating installment, thank you. Funny to think of you getting culture shock “coming back” to the west. I wonder how quickly you’re getting used to it. Try and see The World’s Fastest Indian, a great film about a man, a home made bike, and a speed record.
LikeLike