Maandelijks archief: augustus 2015

Van stad naar politiepost…

De grens overgang van Turkmenistan naar Oezbekistan verliep redelijk soepel. Turkmenistan waren we zo uit, stempeltjes in onze paspoorten, formuliertjes werden voor ons ingevuld, onze laatste menats gewisseld voor Oezbeekse soms en we konden naar de Oezbeekse douane. Daar echter moesten we zelf de formulieren invullen en uiteraard waren deze alleen in het Oezbeeks of Russisch, helaas geen van beiden spreken/lezen we deze talen vloeiend. Gelukkig hing er een voorbeeldje in het Engels en konden we daaruit redelijk opmaken wat we moesten invullen. Ze wilden bijvoorbeeld weten wat voor elektronica we allemaal het land in meenamen en welke steden we gingen bezoeken. Na alles te hebben ingevuld, kwamen we in het kantoortje bij een douane beambte. We moesten onze telefoons laten zien en de medicatie die we bij ons hadden. Eerst de medicatie… 200 malariatabletten en voor 12 maanden anticonceptie pillen, de malariatabletten waren prima, maar de beambte verwonderde zich erover dat er een pil bestond die je als vrouw kon slikken en vervolgens niet zwanger zou raken na seks, echt heel interssant, er ging een wereld voor hem open! Vervolgens onze telefoons… Owjaaa of er geen porno op stond? Nou naar ons weten niet, maar helaas krijg je over de whatsapp tegenwoordig vaak genoeg dubieuze foto’s en filmpjes toegestuurd. De eerste telefoon, ja hoor het was raak, hij keek Bjorn meteen aan, is this yours? Nope it’s my girlfirend’s! Oké wederom een verassing voor deze beambte, een vrouw met pornoplaatjes/filmpjes op haar telefoon, die een pil slikt, zodat ze niet zwanger wordt, wat zal hij gedacht hebben? Bjorn was zo slim geweest al zijn dubieuze whatsapp plaatjes/filmpjes al te wissen voor Iran. De beambte wenste Bjorn veel succes en we konden Oezbekistan in gaan.

Off to Buxoro! De eerste stad waar we meteen het gevoel kregen dat we het sprookje van 1001 nacht in stapten. Mooie moskee’s, pleinen, bazaars met allerlei prularia (zelfs de toverlamp van Aladin was er te koop!) en gezellige eettentjes. We voelden ons hier meteen thuis. Ingecheckt bij een relaxt hotelletje waar we de prijs in dollars vroegen en vervolgens in Oezbeekse soms (dat was ons aangeraden) daarna richting bazaar om onze dollars zwart te laten wisselen tegen een hogere koers en zo goedkoper uit te zijn bij ons hotel, tsja als je een langere reis wilt maken en op die manier geld kunt besparen dan is het maar weinig moeite. We kregen een flinke stapel met monopoly geld in een plastic zakje mee en voelden ons een beetje Bonnie & Clyde. Vervolgens ergens een gezellig tentje op gezocht om te eten en besloten de volgende dag heerlijk te relaxen in het park en wat van de stad te zien.

Na wat rondgelopen te hebben door de stad, Bjorn’s schoen laten maken en onze website te hebben bijgewerkt in het park werd het tijd om wat te onderhandelen op de bazaar. De dag ervoor had Bjorn een mooie Sovjet tankhelm gezien en hij was bereid deze te kopen en dan weet je het wel als je de drang hebt dat je iets moet hebben dan ga je ervoor. Eerst onderhandelde hij tot dat de helm 2/5 van de gevraagde prijs was, maar er moesten ook nog dollars gewisseld worden… Met zijn mooie onderhandel kunsten wist hij én een goedkopere rate te krijgen om onze dollars te wisselen én de tankhelm vervolgens gratís mee te nemen. Toch voelden we ons een beetje schuldig tegenover de verkoper en liepen we terug om aan hem te vragen of het echt oké zo was. Jaa natuurlijk was het oké! Maar na 10 minuten kwam de verkoper achter ons aan op zijn fiets en bedacht zich toch ineens dat hij alleen de dollars had gekregen voor het wisselen, maar niet voor de helm. We gaven hem groot gelijk en vervolgens het bedrag voor de helm, even goede vrienden!

Met onze mooie souvenir besloten we terug te gaan naar het hotel en ons klaar te maken voor de volgende dag op naar Samarkand! Onderweg naar het hotel zagen we een jeep staan met Nederlands kenteken, dit bleken onze China matties te zijn, Annieke & Daan! Toevallig kwamen ze net aan in Buxoro en hadden ze wel zin in een biertje. Zo de avond met hun zitten drinken en reisverhalen uitgewisseld. Beiden super relaxt, China, dat zal straks een mooi avontuur worden!

De volgende ochtend op naar Samarkand! Onderweg eerst een aantal keer aangehouden bij politieposten, maar op vertoon van ons paspoort en het trekken aan de gashendel, zodat ze het mooie geluid uit onze motortjes hoorden, waren we good to go! Samarkand, wederom een stad uit 1001 nacht, maar iets moderner en groter. Na aangekomen in een relaxt guesthouse in de achteraf buurt besloten we de stad in te gaan om wat te eten. Toch een stuk verder lopen dan het centrum dan Buxoro! Iets verkeken op de afstand en met flinke trek belandden we uiteindelijk in een lokale eettent waar we een goed stuk kip kregen! De volgende dag om de hoek een ontbijt gehaald, somsa (gevulde deeg envelopjes), en de rest van de stad verkend. Helaas kreeg Bjorn buikgriep en waren we op tijd weer terug. Aan het eind van de middag kwamen onze China matties ook aan. Bjorn bleef rusten en we gingen met z’n 3en vlakbij het guesthouse een sjasliek halen.

De volgende dag was Bjorn nog niet sterk genoeg om weer op de motor te stappen en besloten we bij het lokale zwembad te relaxen. Nee niet als Nederland mooi blauw water en onderhouden, maar een wat vroeger mooi waterpark was geweest met glijbanen, nu een slecht onderhouden zwembad met groen water en glijbanen die in verval waren geraakt en niet meer werden gebruikt. Al met al de ligbedjes waren relaxt en een beetje zon deed ons goed.

Van het rustdagje knapte Bjorn weer goed op en we besloten de volgende dag richting noorden te rijden en te kijken of we misschien ergens ter hoogte van Angren, waar de bergen weer beginnen, een mooi wildkamper plekje konden vinden. Annieke en Daan waren waren ook weer toe aan een nacht kamperen en vonden het een goed idee. We besloten met z’n 4en op pad te gaan. Na wederom een aantal politieposten gepakt kwam we aan bij Angren, echter daar aangekomen waren de bergen nog niet echt aanwezig en we besloten een stukje verder te rijden naar een pas waar we overheen moesten misschien zouden we daar een mooi plekje kunnen vinden. Het bleek dat we in de Faragona vallei terecht kwamen via de pas, een vallei waar nog veel onrust is over welk stukje land van wie is tussen Kyrgyzstan, Oezbekistan en Tajikistan. Ook lazen we op dat moment in de Lonley Planet dat er overal nog mijnen lagen dus dat het niet verstandig was om in deze vallei van de wegen af te wijken. Een nachtje wildkamperen zat er dus niet in. Echter was het al donker geworden en het enige wat we langs de weg zagen waren restaurantjes. We stopten er bij eentje en de mannen gingen naar binnen om te vragen of we er konden eten en slapen. Ja hoor geen probleem! We kregen theebedjes aangewezen waar we eerst onze maaltijd konden krijgen en vervolgens de nacht op konden doorbrengen, helemaal prima!

De volgende ochtend besloten we naar het stadje Fargona te gaan en daar te relaxen in een hotel, daar waren we aan toe! We vonden een mooi hotelletje met zwembad voor de verkoeling, want in heel Oezbekistan was het rond de 40 graden overdag, en besloten daar de middag lekker te relaxen. Uitgerust en wel waren we allen toe aan bergen! Annieke en Daan zouden nog in Oezbekistan blijven, omdat ze later nog naar Tajikistan zouden gaan voor de Pamir mountains. Wij besloten de volgende dag naar Kyrgyzstan te gaan en te kijken of we richting het zuiden konden rijden om wat verkoeling op te zoeken in de bergen. De volgende dag richting grens, wederom een aantal politieposten meegepakt en een maal aangehouden in een stadje, omdat we daar toch wel iets te hard doorheen reden, helaas kon de beste man in kwestie het niet bewijzen en bleef het gelukkig bij een waarschuwing. Bij de grens verliep alles redelijk soepel.
Welcome to Kyrgyzstan!!

Advertentie

In vogelvlucht door Turkmenistan.

Zoals er vooroordelen over Iran zijn zo heersen die ook over Turkmenistan en deze dan met name onder de reizigers. Van de meesten hoorden we dat de mensen onvriendelijk waren en dat ze er in 1 dag probeerden doorheen te reizen met hun 5 dagen transit visum. We waren dus erg benieuwd en ook wel iets op ons hoede na Iran.

 

Voor de aanvraag van ons transit visum (een toeristen visum is bijna onmogelijk om te krijgen) moesten we een reisplan aanleveren met de bijbehorende hotelovernachtingen, omdat couch surfen en wildkamperen verboden is in Turkmenistan. We hadden een plan aangeleverd van Ashgabat (de hoofdstad) door de woestijn naar Kunya Urgench (in het noordwesten). Van vele reizigers hoorden we in Iran dat er erg weinig of vrijwel geen benzine op deze weg te krijgen is, terwijl het een rit van ruim 500km zou zijn. Op onze volle tanks kunnen we er max 300 halen… We besloten ons plan te wijzigen en bij de grens aan te geven dat we naar het noordoosten zouden gaan richting Turkmenabat, op hoop van zege dat ze het reisplan niet al te serieus zouden nemen. Gelukkig was dit niet het geval ook al stond er een andere uitreis grens op ons visum. Het enige wat ze wilden weten was welke route we namen en voor dat aantal kilometers moesten we een soort belasting betalen, omdat ook wederom in dit land de prijzen van benzine heel erg laag liggen (25 eurocent).

 

Wat ons meteen op viel bij de grens was dat de Turkmenen erg relaxte mensen zijn en ook wel houden van een grapje. De vooroordelen golden dus in ieder geval niet voor de grensmedewerkers. Na wat stempels en papieren en het betalen van de belastingfee wilden ze nog even in onze koffers kijken. De eerste vraag was waar we onze bazooka en heroïne hadden gestopt. Vervolgens zagen ze onze slaapzakken en vroegen of dat onze parachutes waren. Na wat gelach over onze spulletjes en het bewonderen van onze motoren mochten we gaan en reden we via een indrukwekkende weg door de bergen op de hoofdstad af, die blinkend in de avond zon lag te shinen door al zijn marmer en goud.

We vonden een hotel en kwamen daar Gio weer tegen. ’s Avonds gingen we samen in een lokaal tentje ons eerste biertje, na het alcoholvrije Iran, drinken met een gegrild stukje vlees erbij. De volgende ochtend besloten we het rustig aan te doen en naar het volgende stadje Mary te rijden op ongeveer 300km afstand. Eerst nog even onze Iraanse units gewisseld bij de bank voor Turkmeense menats en vervolgens nog even door de stad gereden om ons te verwonderen over de imposante gebouwen van marmer en goud. Een bizarre stad waar de rijkdom van het land goed zichtbaar is. Later begrepen we van locals dat het voor de meesten onbetaalbaar is om in de stad te wonen en dat er regels aan de stedelingen worden opgelegd, zoals dat ze alleen maar in witte auto’s mogen rijden en dat deze brandschoon moeten zijn.

 

Na de stad vervolgende we onze weg naar Mary en bezochten we onderweg nog de oude stad, Nisa, die vroeger deels op de plek van Ashgabat lag. Uiteindelijk aangekomen in Mary en ingecheckt in een hotel besloten we naast het hotel bij de lokale grill te eten. Daar werden we eerst raar aangekeken en niet geholpen, omdat het personeel ons niet verstond en alleen Turkmeens of Russisch sprak. We lieten ons niet uit het veld slaan en bleven staan en vroegen wederom naar een tafeltje. Vervolgens vroeg de serveerster aan het hele terras wie er Engels kon. Gelukkig stond er een iemand op die bereid was ons te helpen en voor ons eten bestelde. Voor we het wisten zaten we met 4 andere locals aan een tafel bier te drinken en lekker te eten. Ze vertelden ons over het leven in Turkmenistan en dat reizen bijna onmogelijk voor hen is, omdat ze geen visas kunnen krijgen. De enige manier waarop ze die mogelijk kunnen krijgen is als de ouders in het buitenland wonen of als ze het via Kazachstan proberen te regelen, maar dat is erg lastig en kost veel geld. De hele avond zaten we met elkaar buiten en vertelden we over onze reiservaringen en hun ervaringen en gebruiken. Ze waren erg enthousiast om toeristen te ontmoeten en stonden erop ons eten en drinken te betalen.

Na 11en gaan de restaurants en clubs dicht in Turkmenistan en wat de meesten dan doen is anderhalve liter flessen vullen bij de tap van het restaurant en vervolgens buiten op straat verder door gaan of in een illegale kroeg ergens buiten de stad. Dit maal waren wij aan de beurt om te trakteren en gelukkig namen ze het uiteindelijk aan. Nadat we eerst buiten met elkaar hadden gezeten op een stoepje en verhalen hadden uitgewisseld, kwam er vervolgens een vriend met z’n auto langs en opgepropt met z’n allen in de auto lieten ze ons de hele stad zien en uiteraard ook alle illegale barretjes. Vervolgens nodigde ze ons voor de volgende dag uit om samen naar een meer te gaan om te zwemmen en ’s avonds konden we blijven slapen. Helaas moesten we dit afslaan, omdat we de volgende nacht al een Airbnb hadden geregeld in Turkmenabat. Ook al was Mary niet de gezelligste stad om te zien, maar door de locals hebben we het als een fijne stad ervaren.

New ride

New ride

De volgende ochtend stapten we redelijk bij tijds op de motor, omdat het rond de middag toch wel erg warm wordt op de motor in Turkmenistan, de 40 graden wordt er gemakkelijk aangetikt. Eerst nog langs de oude stad Merve waar nog redelijk veel ruïnes te zien zijn en waar we met de motoren door een groep kamelen moesten rijden, omdat deze zo eigenwijs waren ook gebruik te maken van de geasfalteerde weg en hoezo aan de kant gaan, zij hadden toch voorrang? Aan het begin van de middag kwamen we aan in Turkmenabat en na wat gezoek in een wijk iets buiten het centrum kwam we aan bij een toch wel iet wat bouwvallen appartementengebouw. We werden vriendelijk onthaald door moeder en dochter. Binnen kwamen we aan in een echt vrouwen huis, zeer kitsch, maar modern, wat we niet hadden verwacht na het zien van de buitenkant. We bleken hun kamer te krijgen (waardoor we ons redelijk bezwaard voelden, maar wat voor hun vanzelfsprekend was) en na een douche en het wegzetten van een van de motoren bij de zus van de moeder, gingen we de stad in om te lunchen. Na lekker gegeten te hebben, mochten we ook wederom niet betalen voor ons eten en stond de eigenaar erop dat we de maaltijd van hem kregen.

’s Avonds zaten we met moeder, dochter en een vriendin, die goed Duits sprak bij hen thuis. Moeder had heerlijke traditionele envelopjes van deeg gebakken en we kregen verse watermeloen. De volgende dag zouden we Oezbekistan in gaan, maar beiden vonden we dat ergens toch wel jammer. Zo gastvrij en vriendelijk als de mensen in Turkmenistan zijn, hadden we nog maar weinig elders op deze manier meegemaakt, de vooroordelen klopten naar ons mening dus niet. De mensen die afstandelijk en iets onvriendelijk overkwamen, waren vooral de mensen die ons niet begrepen en geen Engels konden, maar bleken achteraf na wat moeite te doen alleraardigst. Voor ons gevoel ging Turkmenistan in een vogelvlucht voorbij en hadden we er zeker nog wel een aantal dagen willen doorbrengen, niet vanwege de bezienswaardigheden (die zijn er niet veel) maar vanwege de mensen, helaas liet ons visum dat niet toe. Als er zich ooit nog een mogelijkheid voordoet om door dit land te reizen, zullen we deze kans zeker pakken!


Iran: ja, wat vinden we daar nou van?

Te beginnen met wat weetjes:

  • Iran is een islamitische staat dat betekent dat alle vrouwen volgens de wet verplicht zijn een hoofddoek te dragen, ook toeristen. Verder wordt er verwacht dat de armen en benen bedekt zijn en er geen vrouwelijke vromen te zien zijn (vaak door het dragen van een jurk of grotere jas over de kleding).
  • Motoren boven de 250cc zijn illegaal, wat onze motoren van 650cc en 800cc dus een bezienswaardigheid maakten.
  • Vrijdag is rustdag en dan kunnen de Iraanse motoren met meer dan 250cc de weg op omdat ook de politie op vrijdag zijn rust pakt. Deze motoren worden illegaal geïmporteerd.
  • Speedlimit geld niet voor motoren althans de politie besteed er geen aandacht aan, overige verkeersregels: wie het snelste is gaat voor.
  • 1 liter benzine kost 0,33 eurocent
  • Opium is illegaal in Iran, maar wordt nog steeds de grens overgesmokkeld bij Afghanistan. Ook werden er vroeger tapijten geweven over het groeiproces en het gebruik van opium, echter worden deze niet meer geweven, omdat het verboden is. Er bestaan er slechts nog een aantal die verkocht worden.
  • De Perzische tapijten die in de steden worden geweven zijn van zijde en hebben een vrij ingewikkeld patroon. Degene die op het platteland worden geweven zijn van wol en hebben een simpeler patroon. Het maken van een groot Perzisch tapijt (ongeveer 5 bij 3) duurt een jaar. Daarvoor zijn 2 vrouwen nodig, nadat het patroon ontworpen is. Een vrouw om het patroon voor te lezen en de andere om het patroon te weven.
  • Het huwelijk gaat niet over rozen, maar over hoeveel de man een vrouw kan geven. Indien de man niet genoeg geld heeft in de ogen van de schoonouders wordt hij niet geaccepteerd. Helaas is er een grote werkeloosheid in Iran tussen de 25-35 jaar waardoor er veel minder getrouwd wordt.
  • Ga geen toeristische route nemen naar de grens, zodra je 10km van niemands land komt en nog een stuk langs de grens moet reizen om de overgang te bereiken, dan wordt je terug gestuurd
  • Mannen geven vrouwen geen hand bij een begroeting, maar meer een knikje. Verder worden vrouwen vaak buiten het gesprek gehouden wat betekende dat vooral Bjorn werd aangesproken
  • Als je vertelt dat je uit Nederland komt beginnen ze voor de verandering eens een keer over onze bloemen (flower country) in plaats van over wiet en daarna beginnen ze over voetbal en ons elftal.
Vanwege de vooroordelen die er over Iran zijn in de Westerse wereld gingen we met een soort van gezonde spanning richting de Turks – Iraanse grens. Op zo’n 200km voor de grens haalden we ineens een andere enduro motor in met Zwitserse nummerplaat die direct bij ons aanhaakte. Dit bleek Gio te zijn, een Iers/Italiaanse man die voor zijn werk in Zwitserland woont en 6 weken vrij had genomen om vanuit Zwitserland naar Mongolië te rijden. Dat is zo’n 14.000km in 6 weken… ofwel gemiddeld 350km per dag… elke dag… alleen… Respect voor de man!
Met z'n 3en onderweg!

Met z’n 3en onderweg!

Aangekomen bij het Turkse deel van de grens bleek de enige structuur te zijn dat het overal chaos is. Kilometers met busjes die staan te wachten voor de grens waar we met een rotvaart langsreden om bij het grenskantoor de motoren neer te zetten en de benodigde stempels te halen. Gelukkig is er altijd wel iemand die toch een woordje Engels spreekt en in 3 pogingen hadden we uiteindelijk alle benodigde stempels en documenten om met de motoren het land te mogen verlaten en ons geluk te gaan beproeven aan het Iraanse deel van de overgang.

Nadat Willie haar hoofddoek had omgebonden reden we 20 meter onder een bord door met voor ons onleesbaar schrift, het Iraans. Aldaar aangekomen werden we door 3 man Iraanse grensbewaking op een luchtige, maar toch imponerende wijze ondervraagd over land van herkomst, wat we in Turkije hadden gedaan, wat we in Iraan gingen doen, of we getrouwd waren en uiteraard wat we van de Turken vinden, wat we van de Iraniërs vinden en wie er beter zijn.
Omdat we besloten hadden dat we voor de gelegenheid gewoon maar getrouwd zouden zijn mochten we na de gebruikelijke “Robben, Van Persie, Sneijder” onze weg vervolgen, dat wil zeggen onze motoren 50 meter verderop zetten om binnen de hele papierhandel te gaan regelen. Iran was het eerste land waar we onze Carnets de Passages moesten laten stempelen. Een document dat fungeert als paspoort voor je motor en de lokale regering garandeert dat je je motor ook weer uitvoert, ten minste als je je EUR 3.000,- per motor graag weer terug wilt krijgen.
Een uurtje en een paar koppen chai (thee) later reden we met hulp van Hossein, onze gastheer van die avond die we vanuit NL hadden gecontact, het Iraanse land binnen. Aangekomen in de guesthouse van Hossein bleek dat we niet de enige toeristen waren. Naast onze Iers/Italiaanse vriend waren er nog 5 anderen die allemaal overland Iran door trokken, danwel per motor, danwel met een jeep.
20150723_011052

Ons bedje buiten

Na een gezellige avond met lokaal eten en shisha en een nacht op een houten bed in de buitenlucht was het tijd om verder te rijden, langs het zoutmeer van Urmia door naar het Zuid-oosten richting de stad Esfahan waar we goede verhalen over hadden gehoord. Eenmaal op de motor begonnen we toch wel te merken dat ze hier niet heel erg gewend zijn aan toeristen. 9 van de 10 auto’s en motoren vonden ons zo interessant dat ze het nodig vonden om naast ons te gaan rijden, ons dan in te halen en voor ons te gaan rijden, om vervolgens gas los te laten zodat wij er weer voorbij gingen, en dit een keer of 3 te herhalen. Of anders toch tenminste te toeteren en te zwaaien. Op het moment dat we stopten om te tanken, wat te drinken of even rustig van het uitzicht te genieten duurde het niet langer dan 30 seconden voordat de eerste mensen om ons heen gingen staan, aan de motoren en of helmen te zitten en er auto’s stopten om met ons op de foto te gaan.
Lake Uremia

Lake Urmia

Hoogtepunt van deze “geïnteresseerde nieuwsgierigheid” was in Bijar waar we waren gestopt om eten te halen en een slaapplek te zoeken. Binnen 1 minuut stonden er zeker 30 mannen om ons heen die het allemaal presteerden om in onze comfort zone te gaan staan. Niet erg fijn en nadat we 2 rolletjes kebab hadden weten te bemachtigen besloten we dan ook zo snel mogelijk deze stad weer te verlaten op zoek naar een andere slaapplek. Nadat we de 3 achtervolgende brommertjes hadden afgeschut vonden we na een minuut of 10 een verlaten stenen hutje zonder dak, midden tussen een boomgaard en een gemaaid tarweveld. Met enige terughoudendheid, het is toch een soort van tress passing in een wildvreemd land, besloten we in het huisje onze matjes en slaapzakjes neer te leggen om onder de blote sterrenhemel te proberen de slaap te vatten. Ondanks de blaffende waakhonden op de achtergrond en de steeds harder wordende koele wind was de nacht redelijk en konden we om 7 uur in de ochtend weer fris op de motor stappen om onze reis naar Esfahan te hervatten.
Wild kamperen

Wild kamperen

Daar aangekomen hadden we het na 2 nachten in de buitenlucht verdiend om in een normaal hotel te slapen en vonden we een heerlijke plek midden in de stad met parkeergarage voor onze fijne motortjes. Ook hier bij het inchecken uitgelegd dat het in NL normaal is dat de vrouw bij het trouwen haar eigen meisjesnaam behoud, zodat we samen een kamer met double bed konden krijgen en na een heerlijke frisse douche de stad konden gaan verkennen.
Esfahan is een prachtige stad met een erg prettige, bruisende sfeer. Zeker de moeite waard om te bezoeken! Het centrum wordt gekenmerkt door een brede rivier met daaroverheen een indrukwekkende brug waar de locals zich verzamelen aan het einde van de dag. In het verlengde van de brug ligt een drukke winkelstraat met daaraan gelegen een paleis met tuin, een park waar hard wordt gechilld vele winkels die met name zoete snacks verkopen. Want zoet daar zijn ze gek op! En niet te vergeten het grote plein met de imposante imam, moskeeën en bazaars die eromheen liggen.
Na 2 dagen stad was het tijd om weer op de motor te springen en de reis noordwaarts voort te zetten. Het zou een lange dag worden, van Esfahan door de woestijn naar Damghan. Een erg lange, maar indrukwekkende rit over goede wegen met daarnaast zand, zand en zand. Zo ver je blik reikt zand. Oh, en natuurlijk kamelen waarvoor uitvoerig wordt gewaarschuwd op de borden langs de kant van de weg.
Speedcontrol in de woestijn

Speedcontrol in de woestijn

Na ruim 600km de woestijn te hebben doorkruist kwamen we aan in Damghan waar een vriendelijk welkoms comité voor ons klaar stond. Het was de eerste keer dat we in Iran werden stopgezet door de politie, en het was niet direct onze beste ervaring met de sterke arm der wet; 2 mannetjes in uniform op een oude gare brommer die druk in hun portofoon aan het praten waren en niet de moeite namen om hun helm voor ons af te zetten. Na onze paspoorten te hebben gegeven werden we door de 2 dienders gedurende een minuut of 10 in het Iraans aangesproken waarbij de essentie van hun boodschap niet echt lekker bij ons doorkwam. Toen ze dat ook door begonnen te krijgen gaven ze de paspoorten terug en gebaarden ze ons om hen te volgen. Na een paar minuten achter hen aangereden te hebben stopten we bij een weg die de stad uit ging en ze gebaarden ons die verder te volgen en de stad te verlaten. In Damghan zijn ze niet echt gecharmeerd van toeristen kennelijk. Dus nog maar 200km verder doorrijden, een prachtige rit door de bergen en langs rijstvelden, naar het kustplaatsje Sari waar we tussen de Iraanse gezinnen onze tent konden opzetten om lekker op zeeniveau een zwoele nacht tegemoet te gaan.
Controle Damghan

Controle Damghan

Na een kleine week in Iran waren we veel ervaringen rijker en hadden we een goede indruk opgedaan van het land. Het feit dat de mensen zo nieuwsgierig zijn, Willie onder een hoofddoek moest leven en onze visumplanning voor de volgende landen vrij strak was heeft ons doen besluiten om het land via het Golestan national park te verlaten, een erg mooie rit met erg veel groen en de meest uiteenlopende landschappen.
Tijd voor het volgende avontuur: Turkmenistan!

Turkije deel 2: veel kilometers over land en door de lucht in een prachtig landschap.

Na 3 weken niet meer op de motor te hebben gezeten hadden we wat kleine opstart probleempjes bij het verlaten van Istanbul. Het begon met het niet willen starten van de Sertao die, nadat we hem met hulp van de mensen van het Radisson omhoog hadden geduwd, vrijwel moeiteloos aansprong met de down hill start techniek.

Weer volledig bepakt en bezakt, reden we met goede moet de stad uit. Tijdens het ontbijt die ochtend had Özgen ons ingelicht dat we het niet hadden getroffen met onze timing om weer op pad te gaan. Het was namelijk 16 juli wat de voorlaatste dag van de ramadan was. Een dag dat alle moslims in het land zijn uitgeput van een maand lang vasten en wel allemaal in de auto stappen op weg naar het platteland om met de familie het suikerfeest te gaan vieren. Dit was erg duidelijk merkbaar. De wegen waren gekkenhuis en na 10 minuten hadden we 1 van de motoren al op zijn kant, nadat we op een paadje een paaltje hadden geraakt met een koffer. Niet alleen was de koffer eraf gevlogen maar ook was het draagrek losgeschoten. Resultaat was dat we na 10 minuten rijden een uurtje van onze klus skills nodig hadden om weer verder te kunnen gaan. Het was ondertussen al 2 uur ’s middags en met goede moed vervolgden we onze weg!
We hadden onszelf het goede voornemen gesteld om in de landen waar het goed kan te gaan kamperen. Om dit dan maar direct op te pakken belanden we op een heuvel in de buurt van Lake Abant waar we verrast werden door de aanwezigheid van tientallen Turkse families die er allemaal op uit waren getrokken met de tent om het einde van de ramadan te vieren. We hadden de motoren nog niet weggezet of de eerste familie begon zich al op een hele vriendelijke manier bezig te houden met waar we onze tent het beste neer konden zetten. Na een minuut of 2 discussiëren hadden we ons plekje gevonden en gingen we aan de slag met onze camping gear. De tent stond nog niet of het buurmeisje kwam aanzetten met een dienblad vol met een heerlijke linzensoep, gevulde paprika’s, lekker brood en een kop warme thee. Wat een super fijn welkom was dat! We hadden namelijk best trek, het was een tikkie fris in de bergen en we hadden zelf natuurlijk nog niks te eten ingeslagen voor de avond.
Nadat we met veel genoegen ons dienblaadje leeg hadden gegeten zetten we onze tent verder op en legden we alle spulletjes binnen. Daarna samen even het dienblad terugbrengen en onze buren bedanken wat ertoe leidde dat we de komende 2 uur lekker bij hen aan het kampvuur glaasjes chai hebben zitten drinken en naar vaders en moeders muziek zitten luisteren. Een goed begin van het vervolg van onze trip in een omgeving waar we ons heel erg welkom voelden.
De volgende dag vroeg op want de weg naar Cappadocië zou erg lang worden, ruim 600km! Na een lange en kronkelende weg kwamen we het gebied binnenrijden, echt mega indrukwekkend! Op een bepaald moment rijdt je de laatste heuvel over en daar ligt het. Een weids uitgestrekt berglandschap met de mooiste kleuren en een pancake structuur. Er is door de erosie, door de wind, een reliëf in aangebracht waardoor het lijkt of je tegen de zijkant van een stapel pannenkoeken aankijkt.
Gelukkig hadden we die middag tijdens ons dagelijkse kebabje online al even een hotelletje geboekt en dat bleek een top plekje te zijn. Een kamer in een oude grot, een mooie plekje voor de motoren en een prachtig uitzicht over de stad, dit alles op 500m lopen van het (toeristische) centrum. Direct besloten om hier 2 nachten te blijven en de volgende dag met de omgeving te gaan bekijken. Super om met onze eigen motortje de routes te rijden die door andere toeristen met quads en gidsen worden gereden. Na een paar uurtjes toeren de motoren weer bij het hotel gezet en te voet naar het hoogste punt om de zonsondergang te bekijken, met zo’n 200 andere toeristen. How romantic….
Die avond vroeg naar bed want de wekker stond om 4.00AM omdat we een ballonvaart hadden geboekt. Een must-do als je hier bent. Vanwege de harde wind was de kans klein dat het door zou gaan maar toch maar het bed uit gekropen. En tot onze verbazing zaten we binnen de kortste keren onderweg in een jeep om de stad uit te gaan naar de take off plaats. Een ongelofelijk mooi beeld om honderden luchtballonnen opgeblazen zien te worden en de eerste al de lucht in te zien gaan. De vaart was een van de meest bijzondere dingen die we ooit gedaan hebben. Met 20 mensen in een mandje onder een ballon en de piloot die tussen alle andere ballonen speelt met de lucht en de warmte om ons door de lucht en door de valleien te manoeuvreren. Adembenemend mooi!

 

 

Daarna was het tijd om verder oostwaarts te gaan omdat de planning met onze visa voor Iran en Turkmenistan redelijk strak was. Eerst nog langs Nemrut Dagi National Park gereden en daarna richting lake Van vlakbij de grens met Iran. Een lange tocht richting lake Van waar we voor het eerst in ons leven in het wild gingen kamperen. Een idyllisch plekje aan het kratermeer, Nemrut Gölü, waar we alleen met z’n tweeën onder een kraakheldere sterrenhemel aan het meer bij een zelf gemaakt vuurtje hebben gezeten totdat het hout op was en we lekker in ons tentje kropen.

 

 

Turkije, wat ben je een heerlijk land om door te reizen.

Turkije deel 1: van Europa naar Azië

Turkije is het eerste land waar we een visum voor vertrek voor moesten regelen (niet al te ingewikkeld, het kon gewoon online). Bij de grens waren ze erg relaxt en het duurde allemaal niet te lang. Eerst Griekenland verlaten, waar de douanebeambten hun verbazing over een motorrijdende vrouw uitspraken en ons met een vriendelijke glimlach meteen doorlieten. Turkije waren we na de vragen hoeveel flessen champagne en pakjes sigaretten we importeerden in onze Touratech koffertjes ook zo doorheen.

 

Het eerste wat ons opviel in Turkije was dat er veel verkeer was en ze houden van vlaggen, vooral van hele grote vlaggen! Wel indrukwekkend om een land binnen te rijden en overal grote Turkse vlaggen te zien wapperen. We besloten Istanbul links van ons te laten en meteen zuidwaarts te rijden waar we met de ferry over konden van Europa naar Azië. Een gek gevoel om een kanaal over te steken en dan in een ander continent te komen, terwijl het land hetzelfde blijft.

 

Die avond vonden we een mooi plekje op een camping aan het water vlak onder Canakkale. ’s Avonds een bordje köfte en de volgende ochtend weer op pad richting zuiden. We besloten naar het schiereiland, Namik Kemal, te rijden waar een national park op ligt en daar een mooie camping te zoeken. Maar eerst nog even langs de oude stad Troje gereden, waar we wat oude stenen konden bekijken en in het paard van de Grieken konden zitten. Aangekomen op de camping, wat op een super idyllisch plekje lag, besloten we er twee dagen te blijven om even lekker bij te komen en te relaxen.

 

Na heerlijk uitgerust van het motorrijden en een dagje aan het water boekjes gelezen te hebben, konden we de volgende dag er weer tegen aan. We gingen eerst langs de oude stad Pergamon, vlakbij Bergama, om daarvan de ruïnes te bekijken. Op een hoge berg, uitkijkende over een prachtig landschap, lagen er nog ruïnes van de oude stad en een groot amfitheater. Daarna richting Izmir om bij de lokale BMW dealer een knipperlicht van de GS800 te laten repareren, die door de valpartijen in Albanië gesneuveld was.

 

Vlak onder Izmir bij Kusadasi zochten we een hotelletje om de nacht door te brengen. Een vrij toeristische stad die aan de middellandse zee ligt, dichtbij de oude stad Ephese, en omgeven is door pretparken. Ook ’s avonds was het in de straten een grote licht show en overal probeerden locals spulletjes te verkopen. Ergens in een lokaal tentje heerlijke kebab gegeten en zitten kletsen met een Turkse Nederlander, die in Kusadasi een appartementje had en daar de zomer doorbracht. In het hotel aangekomen, zochten we nog even contact met het thuisfront over de Skype. Helaas ging het niet goed met onze (schoon)vader en kregen we te horen dat hij erg hard achteruit ging.

 

De volgende ochtend besloten we na te horen dat het alleen maar meer achteruit ging met onze (schoon)vader om naar Istanbul te rijden en terug te vliegen naar Nederland. Het zou een lange rit worden van 650 kilometer dus vertrokken we meteen na het ontbijt. Uitgezwaaid door het hotelpersoneel reden we via Izmir en Bursa naar Istanbul. Daar werden we super opgevangen door het hotelpersoneel van het Radisson Blu Tuzla, waar we onze motoren konden laten staan voor de tijd dat we in Nederland zouden zijn. Dit allemaal met dank aan Özgen, de manager van het hotel en een vriend van Bjørn.

 

Met een gerust hart, omdat onze motoren op een veilige plek stonden, vlogen we terug naar Nederland om daar bij de familie te kunnen zijn. De ruime 3 weken in Europa waren een heerlijk begin van onze reis en voor ons al een geschenk.

 


%d bloggers liken dit: